Molenroute 2 - In het Meetjesland

Het Meetjesland is de regio tussen Gent en Zeeuws-Vlaanderen en “entre Bruges et Gand”, het vlakke land waar vermoedelijk Jacques Brels “Marieken” heeft gewoond. Het is een zeer groen patchwork van akkers, weiden, kreken, polders en bossen. De streeknaam verwijst waarschijnlijk naar de lange, smalle stroken land, die hier “meten” worden genoemd, maar in heemkundekringen werd een veel leukere verklaring bedacht: toen Keizer Karel, die een rokkenjager was, de streek kwam verkennen, gaven bezorgde moeders hun jonge dochters even huisarrest. Vandaar dat hij enkel maar oude, spinnende vrouwen, “meetjes” dus, op zijn tocht ontmoette.

De hoofdplaats van het Meetjesland is Eeklo, een bijzonder aangenaam stadje dankzij onder meer het 17de-eeuwse stadhuis, het door de Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen belfort en de in de schaduw ervan gelegen terrasjes.
Wie er een dagje op uit trekt met de fiets ziet uiteraard veel meer dan enkel molens. Langs het kanaal Gent-Oostende kan je even zwaaien naar de mensen op de veelal chique pleziervaartuigen en in de buurt van Ursel zie je helikopters en sportvliegtuigjes rond het nabijgelegen NAVO-vliegveld cirkelen.
Een andere blikvanger in die buurt is de in een schitterend bos gelegen Drongengoedhoeve en bijbehorende duiventoren (fietsknooppunt 82). Je kan er een wandeling maken doorheen de in dambordmotief aangelegde dreven. Even uitblazen kan dan op het terrasje van de gezellige herberg bij een streekdrankje. (www.drongengoedhoeve.be)
Wie ook honger heeft, vindt een gedekte tafel in een van de vlakbij gelegen eethuisjes, maar gezellig binnen of buiten snacken kan ook in vriendelijke dorpjes zoals Aalter, Poeke of Ruiselede.
In Poeke moet je zeker eens binnenstappen in het park rondom het bijzonder fraaie kasteel (fietsknooppunt 8).
Deze lichtroze waterburcht heeft Loirekasteelallures, en dat heeft het uitsluitend aan zichzelf te danken, niet aan de heel bescheiden Poekebeek die erlangs stroomt.
We doen ook een paar keer haasje-over met de provinciegrens, vooral om een bezoek te brengen aan twee West-Vlaamse bovenkruiers. Het traject tussen Sint-Maria-Aalter en Poeke - een stukje van de Molenlandroute - is trouwens het mooiste wat deze molenroute te bieden heeft.
We fietsen meestal langs rustige wegen en passeren tal van bescheiden aardappelkwekerijen en indrukwekkende varkenshouderijen. Maar minstens even talrijk zijn de kapelletjes en de … kapsalons.
Dat je haar in je gezicht wappert, kan je hier dus niet als excuus gebruiken als je even de weg kwijt bent. Klimmen hoef je nauwelijks te doen. Enkel de bondgenoot van de molenaars kan het je knap lastig maken. Zijn naam is de wind.

Fietsverhuurcentra en veel meer informatie vind je op de website www.tov.be.

Fietsknooppunten: 91-87-81-83-73-84-88-89-82-93-90-98-99-1-2-39-43-49-10-8-4-2-3 (zowat 50 kilometer).
Het maakt weinig uit waar je de eerste pedaalstoot geeft.