MooisteMMRouteInBelgie

Mijn mooiste route in België is 210 km lang met 2.520 hoogtemeters en bevat de zwaarste beklimmingen in de regio van “La Botte du Hainaut”.
Vier bloedmooie stukken van ongeveer 60km uit het RAVel fietspadennetwerk (Ravel.wallonie.be) dienen als verbindingsroutes. Als je weet dat deze quasi vlak zijn, krijg je een beter gevoel over de moeilijkheidsgraad van het parcours waarbij je dus zo’n 2.500 hoogtemeters overwint over de resterende 150km.
De route bestaat uit een ruggengraat van een 35-tal km, aangevuld met 4 lussen die je er optioneel en naar hartenlust mee kunt combineren. Wie 210km te lang vindt, kan er zo gemakkelijk 2 of zelfs 3 routes uit samenstellen.
In deze beschrijving zet ik bij alle hellingen van belang de volgende parameters tussen haakjes:
• Lengte
• Geklommen hoogtemeters (benaderend volgens mijn Garmin)
• Maximaal stijgingspercentage
• Aantal cotacol punten (bron: “Encyclopedie Cotacol 1.000" – ISBN 1990/2925/2 met dank aan Ronny Grymonpré van wie ik het mocht lenen). Indien de helling niet door dit werk gequoteerd is, of indien ik deels een ander traject volg, maak ik een schatting en zet er “+-“ voor.
De route start aan de “Manoir de la Motte” te Boussu-en-Fagne. Ik heb er een POI van gemaakt.
1. Ruggengraat.
Van Boussu naar Mariëmbourg en daar aan het oud station de RaVel 2 (La Petite Fagnarde) nemen. 10 km quasi vlak in de vallei, grotendeels in de bossen, tot Matagne-la-Petite waar het verder richting Vierves-sur-Viroin gaat. Dan de N99 richting Petigny waar je rechts afslaat om zo terug naar Boussu te rijden over 2 hellingen.
Hellingen:
Les Monts (1.000m; 62m; 12%; 76p)
La Longue Haie (650m; 60m; 14%; 80p)
2. Lus 1 (51km)
Deze lus start in Boussu en Fagne.
Van Boussu naar Chimay via een glooiend landschap door enkele pittoreske dorpjes zoals Lompret. Prachtig terrasje trouwens daar (l’ Eau Blanche). Vanuit Chimay neem je de RAVel richting het grootste merencomplex van België (Les Lacs de l’Eau d’Heure). Mijn route verlaat dit fietspad om van Froidchapelle naar Cerfontaine te rijden via de N589a ten zuiden van de Lacs en van daaruit richting Boussu waar je terug op de ruggengraat komt, zo’n 2km van de start. Ik heb het mooie fietspad langs de Lacs niet weerhouden omdat het met een racefiets, eventueel in een groep die wat gas wil geven, minder geschikt is.
Helling:
Côte du Bois de Cerfontaine (1.000m; 65m; 10%; +-70p). Afgelegen helling door het Forêt de Senzeilles. Cotacol quoteert de zuidzijde, mijn route beklimt de noordzijde.
Lus 2 (31km)
Deze lus start in Vierves-sur-Viroin.
Je beklimt een helling ten zuiden en een helling ten noorden van Vierves. Tussendoor daal je van Oignies-en-Thiérache naar Olloy-sur-Viroin langs de N990, quasi parallel aan het RAVel fietspad uit lus 3. Je bereikt de ruggengraat uiteindelijk in Matagne-la-Petite, waar lus 3 start. Indien gewenst kun je één van beide hellingen uit deze lus wegknippen.
Hellingen:
Côte de Vierves (Le Mesnil) (6.000m; 245m; 8%; +-195p). Ik vind deze lichtlopende smalle weg door het dichte “bois de Treignes” langs de Ry de Wel één van de allermooiste hellingen in België.
Chemin du Paradis (1.800m; 122m; 20%; 216p). Vergeet op deze steile helling niet het prachtig zicht op de vallei van de Viroin te bekijken. Om uiteindelijk in Matagne-la-Grande uit te komen, kies ik voor de zuidwestkant van de Côte du Sacré Coeur waarvan de noordkant door cotacol gecatalogeerd is (1.100m; 88m; 16%; 122p) en die met zijn (1.500m; 90m; 8%; +-100p) lastiger was dan verwacht door de flinke tegenwind.
Lus 3 (81km)
Deze lus start in Matagne-la-Petite en speelt zich voor een groot gedeelte af in Frankrijk. De eerste helling (Rue de la Prelle) kun je er eventueel uit wegknippen door in Vierves richting de Maas te rijden waar het parcours trouwens overgaat in een adembenemende vlakke RAVel van meer dan 30km op enkele meters van de Maas in een prachtige vallei. Je passeert 2 keer in Fumay en kunt dus indien gewenst één beklimming (de Malgré Tout) aan je laten voorbijgaan waardoor je 39km en flink wat hoogtemeters uitspaart. Na de Trou du Diable daal je van Oignies-en-Thiérache naar Olloy-sur-Viroin zoals in lus 2, maar dit keer op het prachtige RAVel fietspad dat quasi parallel loopt aan de N990. Naar mijn smaak is dit één van de mooiste fietspaden in België.
Hellingen
Rue de la Prelle (2.200m; 176m; 14%; 232p). Enigszins onregelmatige prachtige klim door hetzelfde dichte bos als de Côte de Vierves die er quasi parallel naast loopt maar de Prelle is veel korter en dus steiler. De afdaling gaat via de Côte du Moulin de Mazée waar je op het einde een zeer hoge snelheid kunt bereiken. Wees alert in de links-rechts-linkse bochtencombinatie op zo’n 500m van de voet en “keep it safe”.
Mont du Malgré tout (4.900m; 322m; 15%; +-320p)). Dit is een ‘BIG-1000’ helling en de zwaarste helling uit deze route. De eerste 3km hebben de allure van een echte col met enkele haarspeldbochten en mooie uitzichten. Daarna volgt een lang stuk vals plat, sinds lange tijd met een eerder bedenkelijke wegbedekking. Hopelijk blaast de wind daar niet in je nadeel.
Trou du Diable (5.100m; 256m; 11%; 241p). De eerste 2.5km zijn licht klimmend. Op het punt waar je België binnenkomt (al dan niet toevallig exact waar het fietspad eindigt), starten de laatste 2.5km met een gemiddelde van 8%. Op een kilometer van de top passeer je het ‘Centre de l’Europe des 15’. Jammer voor die gasten dat Europa ondertussen flink uitgebreid is en dat “centrum” nu zeker heel wat oostelijker ligt. Ik heb er een POI van gemaakt.
Lus 4 (14km)
Deze laatste lus start in Pétigny.
Na de beklimming van de Barrage de Ry de Rôme ga je langs Couvin terug naar Pétigny via de N99. Wie hier een vijftal km wil inkorten kan in Couvin aan het station de “Rue de Boussu” nemen. Drie kilometer verder sta je al aan het eindpunt in Boussu-en-Fagne, maar je moet dan wel over “Le Tienne de Boussu” (350m; 38m; 17%; 81p) en “Le Tienne de Palyjat” (700m; 45m; 19%; 74p) en je spaart de beide hellingen uit de ruggengraat uit.
Helling
La Croix de Cheniats (Barrage de Ry de Rôme) (5.000m; 230m; 14%; +- 250p). Dit is een variante op een ‘BIG-1000' helling. Volgens Cotacol eindigt deze helling na 2.000m omwille van de 2 flinke afdalingen die dan volgen. Er komen daarna echter nog 2 beklimmingen die de afdalingen compenseren tot aan de Barrage. Rij je de barrage over, dan klim je nog verder over 900m @ 10%. Daar, aan de echte top, daal je af naar Couvin. Opgelet: er zit een verrassende rechtse bocht in deze afdaling.